Al ben ik geen Alice Nahon, die voor het slapengaan
nog even in ’t eigen hart ging kijken.
Toch ben ik met volle moed aan ’t rijmelen gegaan
of het iets wordt zal wel snel gaan blijken.
Ten jare 1931, den 25en oogst
Luidden de huwelijksklokken voor je ma’ken en pa’ken.
De vreugde in hun harten was allerhoogst
Nu konden ze hun levensdroom waar maken.
Op de dag dat O.L. Vrouw ten hemel is gevaren
Kwam Raouleken op aarde neer.
Men heeft het daar beneden vaak ervaren
Je was een speelse jongeheer.
Op je peetjes boerderij tussen de paarden en de koeien
Beleefde je avontuur na avontuur
Je kon er naar believen stoeien
En vergat vaak dag en uur
Na vele jaren bij je pa en bij de paters
Hield je het daar dan voor bekeken
Je kwam terecht in and’re waters
St.-Thomas zou je tot onderwijzer kweken.
Na een start in Brakel en je dienstplicht in het leger
Werd het Karmelieten weer je haven.
Met een massa enthousiasme en integer
Hielp je mee de jeugd beschaven
Je was steeds bereid te turnen, te zingen en te tekenen
Voor vele dingen kon men op je rekenen
Men had het gauw ontdekt: je had talent in overmaat
En je stak het niet onder de bijbelse korenmaat
Maar naast de school kwam ook de liefde
Tussen de schoenen vond je je geliefde
In 1960 op een mooie zomerdag
Tekende je samen het innigste verdrag
De familienaam werd vlijtig doorgegeven:
Met een tussen poos van enkele jaren
Kwamen Guy en Jan al krijsend in je leven
Die bengels bezorgden je je eerste grijze haren.
Vele jongens hield je stevig in bedwang
Maar bood hen ook een veilig nest.
Feesten werden opgeluisterd met toneel en met gezang
En je deed gewetensvol je best
Je stond meermaals op het toneel
En zette vele personages neer
Het publiek kreeg er de krop van in de keel
En je oogstte successen keer op keer
Maar ook in ’t regisseren was je goed
Je krabde wel eens in je toen nog lange manen
En al kostte ’t tranen, zweet en bloed
Je leidde menig stuk in goede banen
Naast “handige Harry” en fervent tuinier
Ben je dirigent van ons parochiekoor
Je trouwste zangers zingen met veel plezier
Tijdens de mis de psalmen voor
En, sinds mensenheugenis
Speel je orgel, thuis en in de mis
Het is voor jou geenszins hard werk
Hemelse klanken te produceren in de kerk
Na een carrière van meer dan dertig jaren
Eerst als onderwijzer en tot slot als directeur
Sloot je in ’t Karmelieten voorgoed de deur
Om thuis en bij de zonen klusjes te gaan klaren
Guy en Kristel zorgden voor het nageslacht
Jara en Dajo maken hun ouders soms doodmoe
En wat had je wel gedacht…
Ze komen heel graag naar oma en opa toe.
Raoul, bedankt voor alle mooie dingen
Eigenlijk zouden we nu moeten zingen:
Ook al heb je sinds enkele tijd
De kaap van 70 overschreden
We vinden dat toch nog geen reden
Voor het opgeven van de strijd.