De trein

Toen ik naar Brussel ging
toen sprong ik op de trein
Ik keek in mijn kabas
ā€˜t was niet zo heel erg fijn

Het bleek ā€˜k had iets niet mee
ā€˜t was da spel met geld erin
ā€˜k had da toch wel nodig
ā€˜t was weer een goed begin

Ik sprong weer van de trein
en belde vlug naar huis
de broer die pakte op
en zei ā€œā€˜k hoor hier geruisā€

ā€˜k Zei ā€œLuister broerkelief
ā€˜k heb da spel met geld ni mee
kunt ge efkes kijken
want ik heb geen tijd van zeeā€

Hij ging nu vlug es kijken
maar vond niet wat hij zocht
ik werd er toen nerveus van
want ik ben eraan verknocht

Ik zei ā€œRoep toch de papa
dat hij naar hier komt snellen
Wie weet kan mammie helpen
ā€˜k zal naar haar rap ook es bellenā€

Hij kwam dus aangereden
en wij reden weer naar huis
ik moest daar echt niet lang zoeken
ze lag aan de computerbuis

We vertrokken weer naar ā€˜t stad
met een snelheid niet te doen
ā€˜t Is bekan niet te geloven
waarmee g’uwen tijd slaagt te verdoen

De moraal van het verhaal
is simpel klaar als glas
Zijt ge vertrekkensklaar
kijkt eerst in uw kabas