Deel III: Brief encounter of the woefie kind

Vorige aflevering:

Ze klauterden en klauterden en klauterden en al gauw (hoe wonderbaarlijk toch) bereikten ze de top van het rek. Via de boeken, cursussen, rommel en videocassette van Bad Company slaagden ze er ook vrij makkelijk in het bakdingesrekske te bereiken. Ze daalden langs hun geïmproviseerde treden af naar de tafel en voelden zich weer wat meer op hun gemak. Vanop de tafel was het niet moeilijk meer om weer via het telefoondingesvoorwerp op hun computerscherm te geraken.  Ze hadden er niet vlug genoeg kunnen zijn, want ze hoorden de deur opengaan waarvoor de ochtend al een hele tijd stond te wachten.

 Nu ook de volgende fase van hun exploratieve wonderbaarlijke avontuur in kannen en kruiken was, konden ze met gerust gemoed de dag in gaan en tot rust komen om tijdens een volgende nacht de begane grond op wonderbaarlijke wijze onveilig te gaan maken…

 

Deel III: Brief encounter of the woefie kind

De deur waarvoor de ochtend had gestaan, ging opnieuw open, maar dan om de nacht binnen te laten want na een lange dagrust voor Dumbo en Snuttig stond die ook al een tijdje ongeduldig voor de deur te staan. Het huis kwam eindelijk tot rust en Dumbo en Snuttig konden niet langer meer aan de verleiding weerstaan om aan een volgende etappe van hun wonderbaarlijk avonturen te beginnen. Nu ze al op een relatief eenvoudige manier de begane grond konden bereiken, lag de weg rondom de tafel voor hen hemelsbreed open.

Snuttig daalde via de kabel achteraan het computerscherm af naar het telefonvoorwerpdinges. Dumbo kwam onmiddellijk achter hem aan. Ze liepen naar de rechterkant van de tafel waar ze zich gezwind als waren het hippe brandweermannen van de draad lieten afglijden naar de grond. Eens ze daar waren, besloten Dumbo en Snuttig zich op te splitsen en elk een stuk van de immense ruimte die voor hen lag te verkennen en te zien welke wonderbaarlijke mogelijkheden ze zou kunnen bieden. Ze spraken af dat ze terug zouden komen bij het videorekdinges vooraleer het krieken van de dag al te veel lawaai zou maken. Dumbo zou het eerste deel van de ruimte voor zijn rekening nemen, het deel dat de grote mensen de living noemden. Snuttig niet van het ras Elefantino Fele Kilo zijnde kon het gemakkelijk aan om verderop een kijkje te nemen en meerbepaald in dat deel van de ruimte dat de grote mensen de eetplaats noemden.  Zoals het spreekwoord wel eens zegt, was het hier ook het geval: zo gezegd, zo gedaan.

Dumbo stapte een metertje vooruit (voor hem zal het wel een wonderbaarlijk grote meter geweest zijn) en bij het wonderbaarlijke grootte voorwerp dat daar stond, sloeg hij rechts af terwijl Snuttig zijn weg naar voren verder zette.

Dumbo kwam terecht in een immense ruimte binnen de wonderbaarlijk immense ruimte waar hij bemerkte dat er nog wonderbaarlijk grote voorwerpen stonden die erg veel leken op het voorwerp dat hij net gepasseerd was, alleen waren die voorwerpen nog wonderbaarlijk veel groter. Dumbo meenden zich te herinneren dat de grote mensen die wonderbaarlijk grote voorwerpen ook zetels noemden en die gebruiken om er achterovergezakt de luierik in te spelen. Hoe inactief en gemakzuchtig grote mensen toch kunnen zijn en niet eens wonderbaarlijke dingen onderkennen, laat staan zoals Dumbo en Snuttig op onderzoek uit te trekken. Temidden van de ruimte waar die voor Dumbo wonderbaarlijk grote zetels stonden, zag Dumbo een gelijkaardig voorwerp als dat waar ze vandaan waren gekomen met name een tafel. Wat enigszins anders was aan deze tafel was dat de poten korter waren en er een soort van dwarsbalken aan die poten zaten, wat een eventuele beklimming van die poten mogelijk zou maken. Dumbo wist nog niet of het wel zin had om die tafel te beklimmen, maar het was beter om met alle opties rekening te houden dan om onvoorbereid bij Snuttig terug te komen en een draai rond zijn wonderbaarlijk flapperende oortjes te krijgen. Niet dat Snuttig het agressieve type was hoor, integendeel, het was eerder Dumbo die een nogal impulsief destructief karakter had, maar om het verhaal wat op te fleuren klonk het wel leuk.

Dumbo besloot zijn blik te verruimen en ook eens in de hoogte te kijken. Daarvoor moest hij zijn zware fluffy kop met soms hevig flapperende oren naar boven richten wat enorm veel krachten kosten vanuit zijn nek die omdat hij van het ras Elefantino Fele Kilo was nogal dik uitviel wat natuurlijk niks zegt over zijn stoeferig gedrag dat er ook helemaal niet was, maar soms ten onrechte door van die mislukte pluchen speelgoedkoeien wel een verward werd met het zelfbewuste gevoel van iemand die goed in zijn fluffy pluchen vel zit. Hun verlies, maar dit geheel terzijde ga ik dus verder met mijn verhaal.

In de verte bemerkte Dumbo dat er nog voorwerpen stonden, maar nog veel hoger reikten dan die wonderbaarlijke, reusachtige zetels. De grote mensen noemden die voorwerpen kasten en die zouden wel eens wonderbaarlijke, fascinerende dingen kunnen betekenen voor Dumbo en Snuttig die wel voor vele dingen in wonderbaarlijke verwondering stonden, een gevoel dat ze in de grotemensenwereld spijtig genoeg niet vaak meer ondervonden. Genoeg echter met al die sentimentaliteit, want die zou mij te ver afleiden van mijn verhaal en mij voeren naar hetzelfde straatje zonder einde als dat van de nonsensicaliteit van de dingen.

Dumbo besloot dichterbij een kijkje te gaan nemen, trippelde ( ’t was iets zwaarder van tred) naar de kast toe en stopte net op tijd om er niet met zijn fluffy slurf tegenaan te botsen. Toen hij voor de kast stond en naar boven keek, leek die wel wonderbaarlijk hoog, bijna onmogelijk om te beklimmen. Toen ging bij Dumbo echter de spreekwoordelijke lamp branden, het was er zo een waar ook mensen en andere fluffy creaturen tegenaan konden lopen.

Wat eerder een onzinnig idee had geleken, bood nu wel opeens wonderbaarlijke mogelijkheden. Die tafel zou wel eens ferm van pas kunnen komen als springplank naar een van die wonderbaarlijk grote zetels. Het zou natuurlijk nog wat vaardigheiden vereisen m.a.w. het technische vernuft van Snuttig om van daaruit de kast met al haar wonderbaarlijkheden te kunnen bereiken. Het zou echter ongekende wonderbaarlijke mogelijkheden bieden voor de dikke fluffy vriendjes, de ene al wat dikker dan de andere natuurlijk.

Terwijl Dumbo al zijn wonderbaarlijke ontdekking deed, was ook Snuttigs brein op volle toeren aan het draaien om wonderbaarlijke dingen te ontdekken. Waar Dumbo rechtsaf geslagen was, liep Snuttig rechtdoor. Aangezien hij van een wat lichter kaliber was, boekte hij vlugger vooruitgang. Ook hij kwam een wonderbaarlijk groot voorwerp tegen op zijn weg en net als bij Dumbo ging het om een tafel, alleen was die van een iets groter formaat dan die van Dumbo en ook groter dan die vanwaar ze hun wonderbaarlijke reis waren begonnen. Hoe ze dat wonderbaarlijke gevaarte zouden moeten gaan beklimmen, zag Snuttig niet zo goed zitten, maar aangezien hij er het nut niet van inzag net zomin als Dumbo aanvankelijk bij zijn tafel, liet hij de tafel links liggen. Wel, eigenlijk liet hij ze rechts staan, want hij vervolgde zijn weg links op zoek naar wonderbaarlijke dingen. Snuttig had dat weeral goed ingeschat want de tafel in het midden van de immense ruimte binnen die andere immense ruimte, boog geen mogelijkheden meer tot wonderbaarlijke ontdekkingen. Op zich natuurlijk wel, want de eigenaar van de computertafel had zich ook die wonderbaarlijk reusachtige tafel toegeëigend om rommel op te smijten, maar eens je rommel hebt gezien, hou je het wel voor bekeken. Snuttig had daarentegen zijn fluffy oogjes laten vallen op een ander, nog veel reusachtiger wonderbaarlijk gevaarte, nl. de boekenkast.

Snuttig nogal een lettervreter zijnde, figuurlijk althans, zag er wel iets in om een kijkje te gaan nemen in die boekenkast. Gelukkig voor Dumbo en Snuttig bestond die boeken kast uit schappen die ideaal waren om dienst te doen als aangrijpings- en rustpunten bij de beklimming. Ze zouden rustig schap per schap kunnen verkennen zonder daarom halsbrekende toeren te moeten uithalen. De kast had vijf schappen dus dat zou wel wat klimwerk met zich meebrengen. Snuttig die nogal intellectueel gecapaciteerd aangelegd was (hij was dan ook niet blond), besloot dat de beste oplossing zou zijn om eerst eens helemaal tot boven te klimmen en daarna schap per schap af te dalen. Dit zou volgens hem (en ik moet het met hem eens zijn, want anders zou ik er zelf niet op gekomen om het hier neer te schrijven) tot wonderbaarlijke dingen kunnen leiden.

Aangezien Snuttig na zijn tijdelijk afscheid van Dumbo vrij snel gevorderd was en tot deze conclusies was gekomen, besloot hij om die beklimming alleen te doen. Vooreerst om te zien of die wonderbaarlijk actie al mogelijk was, hoe snel het voor hem zou gaan en ook niet geheel onbelangrijk hoe het voor Dumbo zou zijn van het ras Elefantino Fele Kilo zijnde. Gelukkig kon Snuttig zijn fluffy vriendje qua fysieke en intellectuele capaciteiten wonderbaarlijk goed inschatten.

Snuttig greep met zijn fluffy pootjes de rand van de eerste schap vast en hees zich omhoog. Hij bracht zijn fluffy achterpootjes ook naar het eerste schap. Daar kwam hij even tot rust, gooide de spieren die in zijn fluffy lijfje eigenlijk niet zaten, los opdat hij halverwege zijn beklimming niet in moeilijkheden zou raken door onverwacht opduikende krampen of zo. Hij wierp zijn fluffy armpjes weer omhoog, hees zich terug op, bracht zijn fluffy achterpootjes naar het schap, en stretchte ook daar. Snuttig herhaalde deze wonderbaarlijke actie nog drie keer tot hij op het bovenste schap was. Snuttig vond dat het voor hem op een wel wonderbaarlijk snelle manier gelukt was, dus zo dacht hij,  zou het voor Dumbo ook wel te doen zijn al was het dan maar op een relatief traag tempo. Het zou bovendien zeker wel lukken als hij Dumbo als eerste liet klimmen en hem af een toe een duwtje in de poep gaf. Snuttig was niet bang dat Dumbo naar beneden zou duikelen en hem daardoor verpletteren, want naast zijn fluffy pootjes beschikte Dumbo ook over zijn fluffy slurfje waarmee hij een derde wonderbaarlijk instrument had om zich vast te grijpen. Jaja, ze zouden hun wonderbaarlijke avonturen hier wel kunnen verder zetten.

Toen Snuttig een tijdje bovenaan van het uitzicht stond te genieten, merkt hij op dat de nacht weeral vlugger gevorderd was dan hij had gewild. Een vlugge berekening bracht hem tot de vaststelling dat dit punt van de immense, wonderbaarlijke ruimte wel eens het verste zou kunnen zijn waar ze op ontdekking zouden kunnen gaan. Aangezien die boekenkast veruit het laatste was wat in die ruimte te ontdekken viel, kwam zijn tijdsberekening wel erg goed uit. Hoe slum, slum, slum toch van die Snuttig.

Snuttig tuurde vanop zijn hoogte in het rond, bemerkte Dumbo in de verte en zag dat die ook al stilaan op de terugweg was. Toen merkte ij echter in zijn rechterooghoek iets op dat voor problemen zou kunnen zorgen. Hij zag een schaduw die de plaats naderde waar Dumbo liep. Door een schaduw op zich liet Snuttig zich niet uit zijn lood slaan, maar wat op die schaduw volgde,  liet zijn fluffy haartjes in zijn nek toch wel overeind staan. Hij meende op te merken dat het om dat behaarde beest ging dat ganse dagen in huis rondhing en ofwel net als haar baasje wel eens gemakzuchtig in de zetel lag te slapen, ofwel luid blaffende de rust in huis verstoorde. Hij had het goed gezien, het was dat honddingesbeest waar de grote mensen in huis ongelooflijk zot van waren.

Snuttig liet er geen gras over groeien (wat ook moeilijk was daarboven op die boekenkast, ’t zou nogal een zicht zijn) en begaf zich op de terugweg om te proberen Dumbo uit zijn mogelijk hachelijke positie te bevrijden. Hij floepte van de ene schap op de andere en al snel had hij de begane grond bereikt. Hij trippelde (en bij hem was het wel degelijk trippelen) er op los en in een mum van tijd stond hij aan de tafel waar Dumbo en hij hadden afgesproken. Wat hij daar opmerkte had hij langs geen kanten verwacht.

Dumbo zat op de rug van het behaarde beest en blijkbaar had hij het daar erg naar zijn zin. Snuttig kon zijn fluffy oogjes bijna niet geloven. Wat dit dat beest dat hij dacht dat het was? Amai, da was nogal ne moeilijke zin he. Dumbo stelde Snuttig voor aan een voor hem nieuwe vriendin, Kartouche. Hij vertelde dat eerst ook verschrikt was opgesprongen (en dat was niet zo vanzelfsprekend geweest van het ras Elefantino Fele Kilo zijnde) toen hij dezelfde schaduw als Snuttig had opgemerkt en toen hij scherpe luchtverplaatsingen voelde, had hij binnen zijn fluffy vachtje bepist. Het harige beest dat zich echter snel als Kartouche had voorgesteld aan Dumbo verzekerde hem dat hij niet bang hoefde te zijn en vertelde dat ze blij was om eens andere wezens te zien dan de grote mensen en daarom nogal hevig met haar staart kwispelde.

Het was een pak van Snuttigs hart dat Dumbo ongedeerd was en aangezien zijn fluffy breintje op volle toeren draaide, zag hij in Kartouche een mogelijke bondgenoot in hun wonderbaarlijke avonturen. Gelukkig voor Dumbo en Snuttig en nogal logisch in dit wonderbaarlijke verhaal, was Kartouche maar al te graag bereid om de fluffy vriendjes van dienst te zijn. Haar hulp zou wel eens van belang kunnen zijn eens Dumbo zijn verslag zou hebben gedaan van zijn wonderbaarlijke ontdekkingstocht naar de tafel, de zetels en de kast en Snuttig er daarna zijn wonderbaarlijke intellectuele capaciteiten op los zou kunnen laten.

Dat was echter een zorg voor later want eens te meer was de nacht op wonderbaarlijke wijze voorbij gevlogen en was het tijd voor Dumbo en Snuttig om terug te klimmen naar hun computerscherm.

Ze gingen via het videocassetterektrapdinges naar boven. Via de boeken, cursussen, rommel en videocassette van Bad Company kwamen ze op het bakdingesrekske terecht vanwaar ze naar de tafel afdaalden. Daar klommen ze via het telefonvoorwerpdinges en de kabel naar boven waar Dumbo op de linkerkant van het scherm op zijn poep ging zitten en Snuttig aan de rechterkant op zijn buikske ging liggen. Dumbo en Snuttig waren ervan overtuigd dat met de hulp van Kartouche hun wonderbaarlijke avonturen nog wonderbaarlijker zouden worden…