Het verhaal van het hele kleine meisje dat lucht door haar oor blies

Er was eens heel erg lang geleden ergens heel ver weg een heel klein meisje dat ook nog eens heel erg verkouden was. En toen het hele kleine meisje even wou uitblazen en dat dan nog via haar neus wou doen gebeurde er iets heel wonderbaarlijks. Er kwam lucht uit haar oor en niet zomaar lucht, neen neen,de lucht klonk als een liedje. Maar welk liedje vraagt de goeie lezer zich nu af. Awel ik weet het niet.

En toen kwam opeens den doktoor aan met zijn koude stethoscoop en zei “adem diep in en uit” en dat hele kleine meisje ademde diep in en toen diep uit, maar via haar neus en langs haar ene neusgat vloog er snot naar buiten recht in den doktoor zijn gezicht. Aangezien dat andere neusgat verstopt zat, floot haar oor hetzelfde wijsje weer.

Den doktoor verschoot zich een ongeluk, niet alleen door dat snot uit haar ene neusgat, maar nog meer door dat wijsje dat uit haar oor floot. Den doktoor zei: “Dat klinkt wel mooi, maar het klinkt niet goed, en dat snot, dat voelt ook maar glibberig aan”

En toen zei het hele kleine meisje: “Ik kan er toch niet aan doen dat ik totaal besnotted ben”

“Jij besnotted? Ik ben helemaal besnotted” zei de dokter nors.

“Oh pardon dokter, zal ik u een kleenexje geven?” vroeg het hele kleine meisje heel verlegen.

“Ja, geef er mij maar twee,” zei de dokter vlug, “want wie weet moet je ook nog eens niezen”

Toen haalde de dokter zijn koude stethoscoop nog eens boven en zei: “Adem in en uit, maar alsjeblief niet te diep en niet via je neus”

“Ja dat klinkt ook niet goed he, hele kleine meisje” zei hij toen hij in zijn stethoscoop hoorde hoe het daarbinnen luidruchtig reutelde.

En toen vertelde hij een flauwe mop: “Ik denk dat je SARS hebt”

Het hele kleine meisje dat er door haar hele erge verkoudheid al lijkbleek uitzag, verbleekte nog meer.

“Grapje” zei de dokter toen.

Daarop begon het hele kleine meisje hysterisch te lachen. Het was net een duivelinnetje. En ze moest zo hevig lachen dat er nu uit haar twee oortjes stoom kwam en die floten een liedje een canon. En nu weet ik terug welk liedje het was: “Altijd is Karlaatje ziek…”

De dokter haalde zijn boekje uit zijn broekje en schreef in heel onleesbare letters heel wat medicijnen en tegelijk ook een bezoekje bij een muziekinstrumentenstemmer voor.

Toen de dokter weg was, voelde het hele kleine meisje zich al een stuk beter en toen de poepa van het hele kleine meisje de volgende dag haar hele vele medicijnen ging halen nog veel veel beter, zeker toen bleek dat de dokter haar lekkere verslavende siroop voorgeschreven had en pilletjes met heel veel kleurtjes, een kleurtje voor elke dag.

En toen het hele kleine meisje na een paar dagen genezen was, dartelde ze weer vrolijk in huis rond en kon ze weer vrolijk verhaaltjes schrijven over ongelooflijk wonderbaarlijke dingen.