Er was eens heel lang geleden een heel nietig verdrietig nietjesmachientje. En weet je waarom dat nietige verdrietige nietjesmachientje zo verdrietig was? Wel omdat dat nietige verdrietige nietjesmachientje nooit papiertjes kreeg om te nieten. Dat nietige verdrietige nietjesmachientje was immers nog zo een oud model dat tegenwoordig niet meer in was en de eigenaar van dat nietige verdrietige nietjesmachientje had op een dag een heel nieuw nietjesmachientje zien staan in de etalage van een nietjesmachineverkoopoutletstorewinkel en die eigenaar dacht bij zichzelf “Nou, dat ziet er nou eens ‘n nietjesmachientje uit dat ik zou willen” en hij ging de nietjesmachineverkoopoutletstorewinkel binnen en zei tegen de verkoopster:”Medam, ik zou graag dat nieuw model van nietjesmachientje hebben”
En zo was het dat hij die dag met zijn splinternieuw nietjesmachientje thuis kwam en zijn oude nietjesmachientje aan de kant schoof en daar werd dat nietige nietjesmachientje nu toch wel heel verdrietig om zeker? Dat nietige nietjesmachientje stond daar verdrietig aan de kant te kijken hoe het spiksplinternieuw nietjesmachientje ongelooflijk veel kleine bundles of paper kreeg om te nieten. En dat nietige verdrietige nietjesmachientje begon daar heel hard en onophoudelijk van te huilen. Zo hard zelfs dat de nietjes in haar reservoirtje begonnen te roesten. Het was niet om aan te zien. Zo’n verdriet dat dat nietige verdrietige nietjesmachientje had. Ongelooflijk, ’t is om zelf van te bleiten.
Op een dag echter gebeurde er iets wat het nietige verdrietige nietjesmachientje nog heel lang zou bijblijven en waar ze later nog smakelijk zou kunnen om lachen met de kleinkinderen. Om de een of andere reden was de eigenaar van het nietige verdrietige nietjesmachientje het spiksplinternieuw nietjesmachientje kwijtgeraakt. Had hij het nu zelf verloren gelegd of had de kuisvrouw het zoals bij zovele gezinnen weer gedaan? Het zou een raadsel blijven. Maar het doet er eigenlijk niet toe wie het voor mekaar gespeeld had, het spiksplinternieuw nietjesmachientje was verdwenen. En het moest nu net zijn dat de eigenaar dringend bundles of paper moest nieten en hij werd er ongelooflijk zenuwachtig van. Maar toen opeens dacht hij eraan dat hij nog een nietig verdrietig nietjesmachientje had staan in de kast. Hij liep naar de kast en haalde het nietjesmachientje eruit.
Maar dat nietige verdrietige nietjesmachientje stond daar nu al maanden te bleiren van verdriet en was ondertussen ook heel erg nijdig en boos en woest geworden dat ze op wraak zon. Ze hield zich heel stil en zou wachten op het ideale moment om wraak te nemen. De eigenaar nam het nietjesmachientje in zijn hand en bemerkte hoe roestig de nietjes in het nietjesmachientje waren. Hij besloot om de roestige nietjes eruit te halen en er nieuwe in te stoppen, maar toen hij het reservoirtje van het nietige verdrietige nietjesmachientje wou openmaken gebeurde er iets verschrikkelijk. Het nietige verdrietige nietjesmachientje sloeg toe! De eigenaar voelde een doordringende pijn in zijn klein duimpje en slaakte een schrapende, piepende zucht die door merg en been ging. ’t Was niet om aan te horen en te zien. Zat er toch geen nietje van dat nietige verdrietige nietjesmachientje in zijn klein duimpje!
Ongelooflijk, ni te doen, en zo was het dat de allereerste piercing, weliswaar nog in de kinderschoenen, gezet werd. Dat had dat nietige verdrietige nietjesmachientje nooit durven denken en dromen dat ze aanleiding zou geven tot een in de toekomst zo populair statussymbool. En sindsdien was dat nietige verdrietige nietjesmachientje heel wat minder nietig en verdrietig geworden en niette ze er nog lang en gelukkig op los.